In augustus 1981 ben ik beëdigd als advocaat in het arrondissement Utrecht.

Ongeveer twee weken na mijn beëdiging werd ik - tot mijn grote schrik - voor het eerst benoemd tot curator. Gelukkig trad mijn patroon ook regelmatig op als curator in faillissementen zodat ik hem kon vragen hoe je een faillissement moest aanpakken. Ik wist echt van niets en regels of richtlijnen waren er niet. Het eerste intakegesprek met de bestuurder van de gefailleerde onderneming moest ik zelf uitzoeken.

Ervaren advocaten stonden in die tijd niet bepaald in de rij om tot curator benoemd te mogen worden. Van een benoemingsbeleid – althans openbaar - was nog geen sprake.

In Utrecht was de rechter-commissaris vaak een gepensioneerd bedrijfsjurist die werkzaam geweest was bij een bank of een grote onderneming. Regels voor het indienen van faillissementsverslagen bestonden niet, dus iedere curator maakte zijn eigen versie, welke misschien wel op papier maar feitelijk niet openbaar was.

Een pc met tekstverwerkingsprogramma bestond nog niet. De IBM elektrische typemachine met het beroemde "bolletje" was het summum van vooruitstrevende techniek. De nog iets meer geavanceerde machines boden de mogelijkheid om 50 standaardbrieven in een geheugen op te slaan. Met standaardiseren van teksten moest je dus zuinig omgaan.

Mijn patroon had een vooruitziende blik want hij was van mening dat advocaten ook zelf hun brieven moesten kunnen typen, in plaats van brieven dicteren, en het liefst blind met tien vingers. Ik heb mij de kunst van het blind typen eigen gemaakt met behulp van een leerboek van Schoevers dat ik van mijn echtgenote had geleend. Ik heb daar veel plezier van gehad en nog steeds.

De fax lijkt nu een apparaat uit de prehistorie maar destijds was het een technisch heel geavanceerd communicatiemiddel. Rechtbanken waren er aanvankelijk heel huiverig voor. Voor het versturen van een fax aan de rechtbank moest je in het begin van te voren telefonisch toestemming vragen. Je kreeg dan pas een telefoonnummer door. Niet elke afdeling beschikte kennelijk over een eigen apparaat en "anders werd het een zooitje wat binnenkomende faxberichten aangaat". Daarbij maakten veel faxapparaten in het begin uitsluitend gebruik van thermisch papier, waarvan de tekst na verloop van tijd vervaagde of zelfs helemaal verdween. Daar ging je dossiervorming.

Na die beginjaren is er in de curatorenpraktijk veel veranderd, maar vooral verbeterd en geprofessionaliseerd. Terugkijkend lijkt het wel het stenen tijdperk voor curatoren.

Je zult mij dus - wat faillissementen betreft - niet meer horen over "die goede oude tijd".