Woensdag 3 september 2014

Laat ik eerst openlijk uitspreken dat ik als advocaat-(beoogd) curator een fan ben van stille bewindvoering! Misschien logisch omdat ik regelmatig betrokken ben bij dergelijke trajecten. Dat gezegd hebbende wil ik graag mijn mening geven over de stille bewindvoering – of populair gezegd de ‘pre-pack’ – naar aanleiding van de gang van zaken bij Estro. Dit faillissement heeft aanleiding gegeven tot veel ophef in de media over de pre-pack en de al eerder gehoorde negatieve geluiden steken opnieuw de kop op. Moet naar aanleiding hiervan de stille bewindvoering als zeer bruikbare tool in wording in de prullenbak worden gegooid?! Ik meen van niet!

Een faillissement en een mogelijk te bereiken doorstart (lees: verkoop van de activa van de onderneming en behoud van (hopelijk) zoveel mogelijk werkgelegenheid) in de huidige samenleving wordt een alsmaar grotere uitdaging. In verband met de snelle uitwisseling van informatie via internet worden betrokkenen bij een onderneming eerder geïnformeerd. Deze betrokkenen – al dan niet door schade en schande wijzer geworden in verband met eerdere faillissementen – zijn steeds beter op de hoogte van hun mogelijkheden én onmogelijkheden in een faillissement. De curator wordt door deze betrokkenen begrijpelijkerwijze doorgaans direct na zijn benoeming onder druk gezet. Dit is voor de curator buitengewoon lastig, aangezien hij net aan boord is gegaan van een zinkend schip, waarvan hij doorgaans de lading, de bemanning en de passagiers niet kent, laat staan het vaarwater waarin hij terecht komt. Bovendien staat de curator vaak ook nog eens met lege handen, aangezien al het actief van de onderneming is verpand aan de bank. De curator heeft geen geld in kas om de betrokkenen die nodig zijn voor een succesvolle doorstart financieel te compenseren. Niet zozeer compenseren voor de verliezen die zij hebben geleden tot datum faillissement, maar wel voor de kosten die zij moeten maken om de curator in de gelegenheid te stellen in een korte periode een doorstart te realiseren. Het gevolg: de internetverbinding wordt verbroken, de telefoon gaat uit de lucht, tankpassen worden geblokkeerd en leveranciers staken de levering van essentiële goederen. Weg doorstart, weg hogere opbrengst en weg werkgelegenheid.

De stille bewindvoering is één van de middelen die uiterst geschikt is om het voorgaande dramascenario te ondervangen. Het is daarom dat een traject dat in stilte wordt uitgevoerd waarbij (a) meerdere kandidaat-kopers worden betrokken om een doorstart op datum faillissement te realiseren (een in mijn ogen zuivere pre-pack) dan wel (b) het faillissement gecontroleerd wordt voorbereid (een stille voorbereiding) mijn voorkeur heeft boven een abrupt faillissement.

Betekent dit dat de commotie omtrent Estro zinloos is? Nee! Het is belangrijk dat wij hier met zijn allen lering uit trekken. Een les die Ton Tekstra[1] eruit trekt is dat bij een pre-pack de mogelijkheid dient te worden ingebouwd van een bedenktijd van 7 dagen. De les die ik eruit trek is dat beoogd curatoren (stille bewindvoerders) vaker en eerder de opdracht terug moeten geven. Voor géén geld of goede woorden moet je als beoogd curator bereid zijn je medewerking te verlenen, wanneer je zelf er niet voor 100% achter staat. Ongeacht de consequenties. Bij raadpleging van vele openbare verslagen waar sprake was van een pre-pack, is mijn constatering dat de beoogd curator veel te vaak te laat betrokken wordt bij het proces. Zodoende is het voor hem/haar vrijwel onmogelijk om binnen een (te) kort tijdsbestek met een aangrenzende mate van zekerheid zich er van te vergewissen dat het doorstartscenario dat op tafel ligt, het beste scenario is.

Maar wat dan? Nu, en luister naar wat de ‘meester’ zegt, biedt de onderneming de mogelijkheid aan om als beoogd curator betrokken te blijven bij de onderneming. Je kunt je dan voorbereiden op het faillissement dat komen gaat. Hierdoor weet je op datum faillissement wie de belangrijkste stakeholders zijn, hoe de markt werkt en welke kandidaten er zijn, waardoor je als curator direct kunt beginnen met het verkooptraject. Hiervoor is overigens doorgaans wel een boedelkrediet nodig om in de eerste dagen van het faillissement in ieder geval de noodzakelijke betalingen te kunnen doen. Voor dit boedelkrediet zou je mijns inziens terecht moeten kunnen bij de belastingdienst of het UWV. Zij moeten hier dan wel aan meewerken en dat begint met de telefoon opnemen![2]

Mr. drs. F.P.G. Dix – Turnaround Advocaten



[1] Ton Tekstra, ‘Bouw bij pre-pack de mogelijkheid van bedenktijd in’, FD 2 april 2014, p. 9.

[2] zie onderdeel 6.6 van het faillissementsverslag Estro Groep B.V. nummer 1a d.d. 22 juli 2014 van mr. Jongepier