HERO 2025 / N-018
Hoge Raad der Nederlanden
20 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:975
Mr. M.J. Kroeze, mr. T.H. Tanja-van den Broek, mr. F.J.P. Lock, mr. S.J. Schaafsma en mr. K. Teuben
Artikel 42 Fw

Rechtsvraag
Moet de wetenschap van benadeling in de zin van artikel 42 Fw betrokken worden op het samenhangende geheel van rechtshandelingen of op iedere afzonderlijke rechtshandeling die tot het geheel behoort?

In het kort
Dit arrest van de Hoge Raad van 20 juni 2025 is het (voorlopige) sluitstuk van de Megahome-faillissementen. Nebo Vastgoed B.V., JDA Participaties B.V., NPB Participatie B.V., Wieko B.V. en STAK Megahome.nl Participatie (hierna gezamenlijk ‘Nebo c.s.’) hadden cassatie ingesteld tegen het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij de curator mr. Eringa deels in het gelijk was gesteld over zijn ingestelde vorderingen van de pauliana ex artikel 42 Fw. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden volgt grotendeels het vonnis van de rechtbank. Het wetenschapsvereiste ex artikel 42 Fw wordt door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden beoordeeld naar het samenhangende geheel van rechtshandelingen en of dat geheel benadeling van de gezamenlijke schuldeisers als gevolg heeft. De Hoge Raad overweegt dat voor het beoordelen van het wetenschapsvereiste en ook voor de onverplichtheid van de rechtshandelingen, gekeken moet worden naar het samenstel van de rechtshandelingen. Indien de schuldenaar (en indien van toepassing ex artikel 42 lid 2 Fw de wederpartij van de rechtshandeling) wist of behoorde te weten dat het samenhangende geheel van rechtshandeling benadelend zou zijn voor de gezamenlijke schuldeisers, kan het samenhangend geheel aan rechtshandelingen succesvol vernietigd worden op grond van artikel 42 Fw.

In gelijke zin
Conclusie A-G, Parket bij de Hoge Raad 14 februari 2025, ECLI:NL:PHR:2025:211 (conclusie A-G in gelijke zin)

Tip voor de praktijk
De Hoge Raad heeft in het Pannevis q.q. & Van Apeldoorn q.q./Air Holland-arrest (hierna: ‘Air Holland’) overwogen dat het benadelingsvereiste moet worden getoetst aan het samenstel van rechtshandelingen als geheel. In dit arrest heeft de Hoge Raad overwogen dat ook het wetenschapsvereiste moet worden getoetst dat de schuldenaar (en de wederpartij van de rechtshandeling) wist of behoorde te weten dat het samenhangende geheel van rechtshandelingen benadeling van schuldeisers het gevolg zou hebben.

Noot
1. Dit arrest van de Hoge Raad is het (voorlopige) sluitstuk van de pauliana problematiek zoals voorgelegd in deze procedure in de Megahome faillissementen. Deze faillissementen hebben al tot de nodige jurisprudentie geleid. Of hiermee definitief een einde is gekomen aan de procedures over Megahome is niet duidelijk. De Hoge Raad gaat in dit arrest in op het wetenschapsvereiste ex artikel 42 Fw bij een samenstel van rechtshandelingen. In deze noot ga ik met name in op de wetenschap van benadeling. Volledige uitwerking van alle vereisten voor een rechtsgeldig beroep op de pauliana valt buiten het bestek van deze noot.

2. In casu was van het volgende sprake. Nebo Vastgoed B.V., JDA Participaties B.V., NPB Participatie B.V., Wieko B.V. en STAK Megahome.nl Participatie (hierna gezamenlijk Nebo c.s) hadden verschillende rechtshandelingen verricht, de zogenoemde Categorie A tot en met H rechtshandelingen. Deze zijn door de curator vernietigd. In eerste instantie heeft de rechtbank het verzoek van de curator toegewezen. De door de curator vernietigde rechtshandelingen werden allemaal als rechtsgeldig vernietigd beoordeeld. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank ten dele. De rechtshandelingen uit de categorieën A, C, D, E, F en G worden vernietigd op grond van artikel 42 Fw en zijn als een samenstel van rechtshandelingen vernietigbaar. De verstrekte geldlening van € 9.000.000 (rechtshandeling H) is volgens het hof niet nietig of vernietigbaar op grond van de pauliana.

3. De advocaat-generaal Assink (hierna: ‘A-G’) concludeerde het volgende. In de literatuur is veel discussie geweest over de pauliana bij een samenstel van rechtshandelingen. In de feitenrechtspraak worstelen de rechtbanken en hoven met de vereisten van de pauliana, zo constateert ook de A-G (onder 3.12-3.14, zie ook Damsteegt 2023, Pauliana (Mon. BW nr. B4), p. 19-24 en R.J. van der Weijden, Faillissementspauliana (diss. Nijmegen), Deventer: Kluwer 2012, p. 38-39). F. Damsteegt 2023 destilleert drie opvattingen over het object van de vernietiging op grond van pauliana bij een samenstel van rechtshandelingen: (i) vernietiging van de rechtshandeling die de oorzaak is van de andere (rechts)handelingen, (ii) vernietiging van alle rechtshandelingen afzonderlijk en (iii) vernietiging van het samenstel van rechtshandelingen.

4. Volgens de A-G valt opvatting (i) af vanwege het arrest Pannevis q.q. & Van Apeldoorn q.q./Air Holland. Selectieve vernietiging van een rechtshandeling in een samenstel van rechtshandelingen is niet mogelijk. Volgens Damsteegt wordt in de feitenrechtspraak vaak gesorteerd op opvatting (ii). De A-G meent echter zelf dat opvatting (iii) de juiste is. In het Air Holland arrest moest benadeling van de gezamenlijke schuldeisers beoordeeld worden aan de hand van het samenstel van rechtshandelingen. De A-G verwijst daarbij naar A-G Snijders (ECLI:NL:PHR:2022:779 onder 4.27) die ook concludeert dat voor de beoordeling naar het gehele samenstel van rechtshandelingen gekeken moet worden en niet naar de individuele rechtshandelingen.

5. De A-G gaat na voorgaande opmerkingen in op de klachten van Nebo c.s. De A-G concludeert stuk voor stuk tot afwijzing van de klachten, omdat het hof naar het samenstel van rechtshandelingen heeft gekeken voor de beoordeling of sprake was van benadeling van de schuldeisers en van wetenschap daarvan. Dat is in lijn met opvatting (iii) van de A-G en in lijn met het Air Holland arrest ten aanzien van de beoordeling van het benadelingsvereiste bij een samenstel van rechtshandelingen.

6. De Hoge Raad volgt de A-G in de verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad overweegt eerst dat artikel 42 Fw weliswaar ziet op de enkelvoudige rechtshandeling, maar dat de omstandigheden van het geval aanleiding kunnen geven om een samenhangend geheel van rechtshandelingen onder artikel 42 Fw te beoordelen. De Hoge Raad verwijst ook naar het Air Holland-arrest voor het beoordelen van het benadelingsvereiste bij een samenhangend geheel. De Hoge Raad overweegt specifiek in r.o. 3.3 het volgende ten aanzien van het wetenschapsvereiste bij artikel 42 Fw bij een samenstel van rechtshandelingen: “Uit het voorgaande volgt dat het bij de toepassing van art. 42 Fw op een samenhangend geheel van rechtshandelingen erom gaat of dit samenhangende geheel als zodanig schuldeisers heeft benadeeld. Daarmee strookt dat ook de beoordeling van de wetenschap van benadeling wordt betrokken op het samenhangende geheel van rechtshandelingen. Daarbij gaat het erom dat op enig moment bij het verrichten van een rechtshandeling die behoort tot het samenhangende geheel van rechtshandelingen, is voldaan aan de voorwaarde dat de schuldenaar (…) wist of behoorde te weten dat van dat samenhangende geheel van rechtshandelingen benadering van schuldeisers het gevolg zou zijn.”

7. Na publicatie van het arrest van de Hoge Raad ontstond op LinkedIn al de eerste discussie over wat de Hoge Raad nou heeft bedoeld in het arrest. Want bedoelt de Hoge Raad dat wetenschap van één rechtshandeling het gehele samenstel onderuit kan halen? Of moet de wetenschap van het gehele samenstel van rechtshandelingen aangetoond worden?

8. Verstijlen verwoordt het in zijn LinkedIn-post van 21 juni 2025 als: “Een ‘samenhangend geheel van rechtshandelingen’ is als een wolk: een bliksemschichtje van wetenschap van benadeling in die wolk is voldoende om alles onderuit te halen.

9. Bob Wessels, in zijn reactie onder deze LinkedIn-post van Verstijlen is het daarmee niet eens en verwijst naar de wettekst van artikel 42 Fw dat bij elke rechtshandeling wetenschap van benadeling aanwezig moet zijn en dat gezocht moet worden naar causaliteit en de mate van wetenschap (Wessels, Insolventierecht III 2019/3053 e.v., specifiek 3056).

10. Ik lees niet in het arrest de nauwe interpretatie zoals verwoord door de A-G en de literatuur onder opvatting (i) dan wel de hybride opvatting onder (ii) dat per rechtshandeling de wetenschap van benadeling aangetoond moet worden. Deze nauwe opvatting is door de Hoge Raad in het Air Holland-arrest voor het benadelingsvereiste afgewezen. De A-G duidt in r.o. 3.15 en 3.16 zijn visie op het wetenschapsvereiste, namelijk als verlengstuk van het benadelingsvereiste. Uit Air Holland volgt dat het object van de vernietiging en de beoordeling daarvan het samenstel van rechtshandelingen is. Zonder deze opvatting zouden (kwaadwillende) schuldenaren een geslaagd beroep op de pauliana door de curator kunnen voorkomen, door het onderdeel te laten maken van een samenstel van verplichte en onverplichte rechtshandelingen. Dat lijkt me niet de bedoeling en strekking achter artikel 42 Fw.

11. De Hoge Raad sluit mijns inziens duidelijk aan bij zijn eerdere arrest van Air Holland over de vernietiging van een samenstel van rechtshandelingen ex artikel 42 Fw. Uit de bewoording van de Hoge Raad begrijp ik dat de Hoge Raad aansluit bij opvatting (iii) uit de literatuur zoals gedestilleerd door Damsteegt en zoals voorgesteld door de A-G over het wetenschapsvereiste bij een samenstel van rechtshandelingen.

12. Wanneer de schuldenaar (en/of wederpartij in het geval van art. 42 lid 2 Fw) ten tijde van het verrichten van de rechtshandeling wetenschap had van de financiële uitdagingen bij de schuldenaar en daarbij een faillissement met een tekort daarin was te verwachten, kan de rechtshandeling in het samenstel van rechtshandelingen aangetast worden. Mijns inziens houdt dit dan in dat het gehele samenstel van rechtshandelingen aangetast wordt.

13. Damsteegt (2023, hfd. 4 onder 33) snijdt aan dat bij de vernietiging van een samenstel van rechtshandelingen voor het wetenschapsvereiste breder gekeken moet worden naar het begrip ‘het moment van het verrichten van de rechtshandeling’. Wanneer precies dat moment is bij een samenstel van rechtshandelingen, is niet duidelijk aldus Damsteegt. Uit de bewoording van de Hoge Raad onder 3.3 “Daarbij gaat het erom dat op enigmoment bij het verrichten van een rechtshandeling die behoort tot het samenhangende geheel van rechtshandelingen (…)”, meen ik dat een enkele ‘bliksemschicht’ van wetenschap van benadeling in het geheel van het samenstel van rechtshandelingen, het gevolg heeft dat het samenstel van rechtshandelingen succesvol vernietigd kan worden op grond van artikel 42 Fw. Mits uiteraard aan de overige vereisten van artikel 42 Fw is voldaan.

14. Het voorgaande is mijns inziens ook in lijn met de – te verwachten – nieuwe Richtlijn materieel insolventierecht in Europa. In de conceptoverwegingen 5-12 en in Titel II staan de minimumvereisten opgenomen voor zogenoemde avoidance actions. De Europese Commissie probeert, met name bij rechtshandelingen met (in)direct gelieerde partijen, een minimumstandaard te introduceren ter bescherming van de gezamenlijke schuldeisers. Er worden nieuwe termijnen voor bewijsvermoedens geïntroduceerd, juist om de curator te helpen om benadelende rechtshandelingen (eenvoudiger) te kunnen vernietigen. De Europese wetgever gaat niet specifiek in op een samenstel van rechtshandelingen en wat in dat geval de gevolgen zouden moeten zijn. Voor de Nederlandse wetgever is dit een uitgelezen kans om de rechtspraak van de Hoge Raad met betrekking tot het complexe onderwerp van een samenstel van rechtshandelingen te codificeren om zo de gereedschapskist van de curator te versterken. Met duidelijk omschreven vereisten en bij wet vastgelegde vermoedens van wetenschap van benadeling, kan het complexe onderwerp van de pauliana bij een samenstel van rechtshandelingen minder complex gemaakt worden.

15. De Hoge Raad oordeelt ook dat voor de beoordeling van de onverplichtheid gekeken moet worden naar het samenstel van rechtshandelingen en niet naar elke rechtshandeling. Dat houdt in dat ook een verplichte rechtshandeling die is verwerkt in het samenstel van rechtshandelingen vernietigd kan worden ex artikel 42 Fw omdat het gehele samenstel van rechtshandelingen paulianeus kan zijn. Dat is een interessante conclusie. Daarmee kunnen verplichte rechtshandelingen niet alleen op grond van artikel 47 Fw aangetast worden, maar (ook) op grond van artikel 42 Fw (zie bijvoorbeeld r.o. 3.8 van Rechtbank Midden-Nederland 9 juli 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:2994, JOR 2021/255 en HR 8 juli 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT1089, JOR 2005/230 (Van Dooren q.q./ABN Amro II)). Dat zijn twee verschillende beoordelingskaders, waarbij de lat van artikel 47 Fw aanzienlijk hoger ligt. Omdat het samenstel van rechtshandelingen het object is van de beoordeling van een beroep op de pauliana, kunnen de in het samenstel van rechtshandelingen gelegen (on)verplichte rechtshandelingen vernietigd worden op grond van artikel 42 Fw (zie ook A-G Snijders onder 4.27).

16. Is hiermee het faillissement van Megahome en de discussie over wetenschap van benadeling bij een samenstel van rechtshandelingen opgelost? Ik verwacht van niet. Er is een grote stap gezet voor de verduidelijking van de beoordeling voor wetenschap van benadeling bij een samenstel van rechtshandelingen. De curator heeft na dit arrest van de Hoge Raad meer duidelijkheid en weer een bruikbaar stuk gereedschap voor het kunnen aantasten van paulianeus handelen ex artikel 42 Fw bij een samenstel van rechtshandelingen.

Keywords
Pauliana
Samenstel van rechtshandelingen
Wetenschapsvereiste

Vindplaatsen
ECLI:NL:HR:2025:975
ECLI:NL:PHR:2022:779
ECLI:NL:RBMNE:2021:2994
ECLI:NL:PHR:2025:211

Dit blog is origineel gepubliceerd en raadpleegbaar op de online-hero website. (Online-magazine van Herstructurering & Recovery Online). HERO 2025 / P-018, Helmons, D.J., e-ISSN 2667-3568, M.A.D.Lex, https://www.online-hero.nl/art/5300/wetenschapsvereiste-bij-vernietiging-van-een-samenstel-van-rechtshandelingen