In de rechtszaal gelden kledingvoorschriften voor zowel rechters als advocaten. Zij dragen zwarte toga’s met een wit “doekje” om de nek, een “bef” genaamd. Het dragen van toga’s zorgt ervoor dat de spelers in de rechtszaal kijken naar de inhoud van het juridische debat in plaats van naar hoe iemand eruitziet.

Het benadrukt ook de onafhankelijkheid. Zo zou een rechter in alternatieve kleding, zoals een slobbertrui, een spijkerbroek, sandalen en een zakdoek om het voorhoofd, de indruk kunnen wekken politiek links georiënteerd te zijn. Terwijl politieke voorkeuren van rechters uiteraard geen rol mogen spelen. Vandaar dat dit soort zaken worden verhuld. Ook religieuze uitingen, zoals een hoofddoek of ketting met kruisje, mogen niet worden getoond.

Om het onderscheid tussen advocaten en rechters te benadrukken (advocaten zijn partijdig, rechters juist niet) gelden er voor beiden aparte kledingvoorschriften. Zo dragen rechters een toga met een zwarte zijden voorkant. Advocaten dragen een toga uitsluitend gemaakt van wol.

De exacte vereisten waaraan de toga’s en befjes van rechters en advocaten moeten voldoen staan op de centimeter nauwkeurig in het “Kostuum– en Titulatuurbesluit Rechterlijke Organisatie”. Inclusief gedetailleerde afbeeldingen. Ook in de Advocatenwet uit 1952 staan kleding – en vormvoorschriften. Zo staat in art. 14: “De advocaten pleiten staande, gekleed in het kostuum bij het bijzondere reglement op dat onderwerp bepaald, des goedvindende met gedekten hoofde.”

Staand pleiten gebeurt in de praktijk vaak niet meer. Advocaten zitten meestal aan tafels tegenover de rechter en bepleiten hun zaak vanuit de stoel. Pleiten met “gedekten hoofde” komt, bij mijn weten, nooit meer voor. Volgens het Kostuum– en Titulatuurbesluit zou dat moeten gebeuren met een zogenaamde “baret”, een soort zwarte muts die je eerder met carnaval ziet, dan in de rechtszaal.

De vraag is of deze kleding– en vormvoorschriften nog wel van deze tijd zijn. De twitterende rechter @JudgeJoyce_ (Joyce Lie, rechter bij de Rechtbank Oost–Brabant) heeft onder haar vele volgers weleens de vraag gesteld wie voor afschaffing van de toga in de rechtszaal is. De meesten pleiten voor handhaving van de toga bij rechters en advocaten, omdat het beeld van een rechter in een slobbertrui en op sandalen niet past en zou afleiden van het tussen partijen te voeren debat. Ik sluit mij daar volledig bij aan.

In een volgend blog zal ik schrijven over vormvoorschriften in de omgang tussen rechters en advocaten onderling, vooral in de correspondentie. Mocht u naar aanleiding van deze of andere blogposts vragen hebben over procedures, neem dan gerust contact met mij op.