Vorige week stond het nieuws vol met de berichtgeving over de faillissementen van de IJsselmeerziekenhuizen (locaties Lelystad, Emmeloord, Urk en Dronten) en het faillissement van het Slotervaartziekenhuis te Amsterdam. Er ontstond met name veel ophef over de directe ontruiming van patiënten uit het Slotervaartziekenhuis. Het is verschrikkelijk voor de patiënten om van de ene op de andere dag ineens te moeten verplaatsen naar een nieuwe omgeving. Helaas is dat in faillissement soms niet te voorkomen en moet de curator uit overmacht een dergelijk besluit nemen.

In de afgelopen jaren heeft ons kantoor enkele faillissementen van zorginstellingen afgewikkeld. Het ging hierin vaak om een ander type zorg (namelijk huishoudelijke hulp), maar toch zijn wel enkele vergelijkingen te maken. In onze faillissementen hebben wij als curator besloten de zorg aan de hulpbehoevenden voor te zetten. Daarmee konden we zorgen voor een geleidelijke overgang van de zorg door een nieuwe zorginstelling en werd voorkomen dat de hulpbehoevenden van de ene op de andere dag zonder zorg kwamen te zitten.

Bij de faillissementen van de IJsselmeerziekenhuizen is voor een vergelijkbare aanpak gekozen volgens de curatoren. De zorg wordt afgebouwd over een periode van enkele weken, zodat patiënten niet direct zonder zorg komen te zitten. Waarom is zoiets niet mogelijk bij het Slotervaartziekenhuis? Na een faillietverklaring moet een curator beslissen of hij de zorgverlening kan voortzetten. Of dit mogelijk is, hangt af van meerdere partijen. Denk bijvoorbeeld aan de huur van de locatie of het gebruik van nutsvoorzieningen als gas, water, licht. Daarnaast zijn veel bedrijven in de zorg vaak afhankelijk van het in de lucht blijven van diverse softwaresystemen, met name in de communicatie richting zorgverzekeraars. Vervolgens zullen werknemers beschikbaar moeten blijven (uit eigen ervaring blijkt dat mensen uit de zorg vaak voortgaan met de zorgverlening, omdat ze hart hebben voor hun patiënten).

Al deze partijen moeten in eerste instantie willen meewerken. Als ze meewerken, dan willen ze daar uiteraard iets voor terug. De curator moet dus voldoende geld hebben om de diensten van deze partijen te kunnen betalen. In het faillissement van de IJsselmeerziekenhuizen is dat gelukt doordat de zorgverzekeraars geld zouden hebben vrijgemaakt. In het faillissement van het Slotervaartziekenhuis is dat blijkbaar niet gelukt. Zodra de betrokken partijen niet binnen enkele dagen na een faillietverklaring horen of ze betaald worden, dan merk je als curator dat softwaresystemen uit de lucht worden gehaald en dat nutsvoorzieningen worden afgesloten; de stekker wordt letterlijk uit de onderneming getrokken. Indien bij het Slotervaartziekenhuis inderdaad dergelijke voorzieningen worden afgesloten, kon de curator niet anders dan besluiten tot ontruiming van de patiënten.

Het slagen van een doorstart van beide ziekenhuizen zullen wij verder met veel interesse volgen en wij hopen dat snel een oplossing wordt gevonden voor alle betrokkenen.