2025 loopt ten einde. Een goed moment om terug te blikken op ontwikkelingen binnen mijn vakgebied: insolventies en herstructureringen. Zowel in onze dagelijkse praktijk als in de rechtspraak is er het nodige gebeurd. Het was een jaar met interessante uitspraken en belangrijke beleidsontwikkelingen. Hieronder licht ik er een aantal uit.

Nog steeds problematische schulden bij ondernemers

Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceerde op 5 december 2025 de resultaten van een enquête onder bedrijven met vijf of meer werkzame personen. Daaruit blijkt dat 7 procent van de bedrijven de schulden als problematisch ervaart. Bijna 4 procent denkt zelfs minder dan een jaar te kunnen voortbestaan onder de huidige economische omstandigheden. In de horeca zijn de zorgen over continuïteit het grootst.

Veel bedrijven modderen dus door met problematische schulden, wat het ondernemen bemoeilijkt. Voor levensvatbare ondernemingen die hun schulden willen saneren, bestaan verschillende mogelijkheden. Eén daarvan is de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). In de praktijk blijkt echter dat deze regeling bij veel ondernemers nog onvoldoende bekend is. Dat brengt mij bij de volgende ontwikkeling.

Ontwikkelingen rond de WHOA

Op 18 december 2023 publiceerden de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Leiden hun evaluatierapport over de WHOA. Dit rapport was voor het kabinet aanleiding om op 25 november 2025 een internetconsultatie te starten, waarin de praktijk om input werd gevraagd. Eén van de centrale vragen is hoe de WHOA beter onder de aandacht kan worden gebracht, met name bij het mkb.

Ons kantoor zal, mede vanuit onze rol binnen de Consultatiecommissie van de Nederlandse Vereniging voor Herstructurering, een bijdrage leveren aan deze consultatie. Vooruitlopend daarop denk ik dat een landelijke tv- of radiocampagne het meest effectief zou zijn om mkb-ondernemers met problematische schulden te bereiken. Ik ben ook benieuwd naar de mening van jou als lezer.

Europese ontwikkelingen

Ook op Europees niveau gebeurt er veel. Er lopen verschillende initiatieven om insolventies en herstructureringen verder te harmoniseren, met als doel de toegang tot de Europese kapitaalmarkt te verbeteren. Zo is de Richtlijn herstructurering en insolventie (2019/1023/EU) per 1 januari 2023 in Nederland geïmplementeerd, onder meer via wijzigingen in de Faillissementswet en de WHOA. De richtlijn bevat daarnaast interessante bepalingen voor bestuurders van vennootschappen.

De meest in het oog springende ontwikkeling is de vaststelling, op 19 november 2025, van de Richtlijn tot harmonisatie van onderdelen van het insolventierecht door de Europese Raad en het Europees Parlement. Dit is een baanbrekende stap. Tot nu toe richtte het Europese insolventierecht zich vooral op formele aspecten, zoals erkenning en tenuitvoerlegging van uitspraken. De nieuwe richtlijn gaat ook materiële onderdelen van het insolventierecht reguleren.

Daar is een lang politiek traject aan voorafgegaan, omdat lidstaten terughoudend waren om bestaande nationale regels aan te passen. Zo introduceert de richtlijn onder meer minimumbepalingen voor de pauliana (het vernietigen van voor schuldeisers nadelige rechtshandelingen vóór faillissement) en voor pre-packprocedures, inclusief bescherming van werknemersrechten.

De meest ingrijpende wijziging is naar mijn mening de verplichting voor bestuurders om binnen drie maanden na het insolvent raken van de onderneming een insolventieprocedure te openen. Wat precies onder “insolvent” wordt verstaan, is nog niet gedefinieerd. Dat zal waarschijnlijk aan de nationale wetgeving worden overgelaten. Duidelijk is wel dat dit een breuk betekent met het huidige Nederlandse systeem, waarin bestuurdersaansprakelijkheid vooral achteraf civielrechtelijk wordt beoordeeld. Een ontwikkeling om nauwlettend te volgen.

Ontwikkelingen in het zekerhedenrecht

Een andere belangrijke wetswijziging in voorbereiding is de modernisering van het pandrecht en de cessie van vorderingen. Op 15 december 2025 is hiervoor een internetconsultatie gestart.

De kern van het voorstel is het schrappen van de eis dat vorderingen alleen kunnen worden verpand of overgedragen als zij voortvloeien uit een reeds bestaande rechtsverhouding. Dit was al langer een punt van kritiek vanuit de bancaire sector. In faillissementen vielen dergelijke vorderingen nu vaak in de boedel, omdat zij niet geldig waren verpand. Door het schrappen van deze eis zullen faillissementsboedels in de toekomst nog leger worden, vooral ten gunste van banken. Ook hierover zal ons kantoor een kritische bijdrage leveren aan de consultatie.

Dat de wetgever de bancaire sector goedgezind is, blijkt ook uit de Wet opheffing verpandingsverboden, die op 1 juli 2025 in werking trad. Met name in aannemingsovereenkomsten werd vaak afgesproken dat vorderingen niet overdraagbaar of verpandbaar waren. De Hoge Raad respecteerde zulke clausules. Sinds 1 juli 2025 worden deze verpandingsverboden echter als nietig beschouwd, met als doel de mkb-financiering te stimuleren, opnieuw ten nadele van de faillissementsboedel.

Lege boedels en beloning van curatoren

In dit verband is ook het WODC-rapport over de beloning van curatoren bij lege boedels relevant, dat op 11 februari 2025 aan de Tweede Kamer werd aangeboden. Uit het rapport blijkt dat in 21 tot 27 procent van de faillissementen het salaris van de curator niet volledig wordt betaald. Als de Wet modernisering pandrecht en cessie in de huidige vorm wordt ingevoerd, zal dit probleem waarschijnlijk verder toenemen.

Verpanding van NOW- en TVL-vorderingen

Ook de Hoge Raad heeft zich recent uitgesproken in het voordeel van de bancaire sector. In een arrest van 12 december 2025 besliste de Hoge Raad dat vorderingen van ondernemers op de overheid uit hoofde van coronasteun (NOW en TVL) overdraagbaar en verpandbaar zijn. Daarmee werd een einde gemaakt aan tegenstrijdige rechtspraak bij lagere rechters.

Update insolventie- en herstructureringspraktijk kantoor

Tot slot een korte update over onze praktijk. Zowel de vestiging in Utrecht als die in Best dragen bij aan een groeiende insolventie- en herstructureringspraktijk. Momenteel lopen er meerdere akkoordprocedures, waarvan sommige naar verwachting zullen eindigen in een minnelijke regeling en andere mogelijk in een homologatie door de rechtbank.

Daarnaast hebben wij ondernemingen op andere manieren kunnen helpen om weer perspectief te krijgen. Dat geeft energie. Collega’s hebben bovendien actief bijgedragen aan publicaties op HERO, aan de Insolad Congresbundel 2025 en aan presentaties voor ondernemers over onder meer fiscale schulden en de WHOA.

Voor 2026 staat onze uitbreiding in Utrecht centraal. Op 1 februari verhuizen wij naar een nieuw, zelfstandig kantoorpand nabij het centrum. Daarnaast verwelkomen wij per 1 januari advocaat-medewerker Zorana Koria en secretaresse Anja van der Weijden.

Houd onze LinkedIn-pagina in de gaten: wij houden je graag op de hoogte.

Wij hebben er zin in!