HERO 2025 / P-033

Het faillissement van Royal Imtech NV (Royal Imtech) (datum faillissement 14 augustus 2015, depot tussentijdse uitdelingslijst vanaf 20 mei 2025) is het grootste naoorlogse faillissement tot nu toe. Ook daarom doet de afhandeling daarvan veel stof opwaaien. De curatoren krijgen uit vele hoeken de wind van voren. Dat is niet terecht. Ik ben niet bij dit faillissement betrokken geweest, anders dan dat ik de berichtgeving daarover nauwlettend heb gevolgd en er als lid van de Vereniging van Insolventierecht Advocaten Insolad met één van de curatoren over heb gesproken. Ik hou mijzelf ook bezig met de afhandeling van faillissementen. Vanuit die invalshoek heb ik de laatste openbare faillissementsverslagen en het laatste openbare financiële verslag erop nageslagen. Van daaruit probeer ik een meer genuanceerd beeld over de afwikkeling van dit faillissement te schetsen en antwoord op te geven op een aantal vragen te geven die daarover is gerezen, zoals over de wijze van financiële afwikkeling, kosten en baten, het toezicht op de curatoren, belangenconflicten bij faillissementen van groepsvennootschappen en publicatie van onderzoeksrapporten.

Financiële afwikkeling
De totale baten in het faillissement bedragen € 109 miljoen. De belangrijkste baten in het faillissement zijn afkomstig van met derden (bestuurders, commissarissen en accountants) getroffen schikkingen na aansprakelijkstellingen van die derden door de curatoren, zonder voorafgaande kostbare procedures. De schikking die curatoren in 2023 hebben getroffen met de banken heeft geleid tot een bate voor de boedel van bijna € 20 miljoen en het door de banken achterstellen van aanzienlijke concurrente vorderingen in het faillissement. Hierdoor komen de gerealiseerde baten in het faillissement ten goede aan vooral de andere concurrente schuldeisers, lees de handelscrediteuren. Dat komt in slechts 5 tot 10% van de faillissementen voor.[1]

De totale tot nu toe gemaakte kosten om die opbrengst te realiseren bedragen € 57 miljoen (incl. btw). Dat betekent dat er op dit moment € 51 miljoen op de boedelrekening staat voor een tussentijdse uitkering van circa 70% aan concurrente schuldeisers.

Recent troffen de curatoren een schikking met het advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek (DBBW). De claim van de curatoren was gebaseerd op benadeling van de schuldeisers wegens voorafgaand aan het faillissement van Royal Imtech aan DBBW gedane betalingen voor verleende rechtsbijstand. Die claim bedroeg € 4,5 miljoen, de door de curatoren daarvoor gemaakte kosten bedragen € 1,7 miljoen en de uiteindelijk bereikte schikking bedraagt € 300.000. Per saldo is de boedel hierdoor € 1,4 miljoen aan uit te keren baten misgelopen.[2]

Deze verhouding tussen de gemaakte kosten en gerealiseerde baten verdient niet de schoonheidsprijs. De Rechtbank Rotterdam wees de claim van curatoren af.[3] In de rechtspraak worden in het algemeen betalingen vóór faillissement in verband met faillissement gerelateerde advieswerkzaamheden onaangetast gelaten. Ik begrijp uit de casus dat curatoren bepleitten dat bij DBBW geen sprake was van met het faillissement gerelateerde advieswerkzaamheden, maar slaagden niet in het bewijs daarvan. Dat procesrisico liepen curatoren maar of dat hen met wijsheid achteraf had moeten weerhouden de procedure aanhangig te maken is van deze afstand moeilijk te beoordelen. Aan de andere kant doet dit niet af aan het uiteindelijk voor de crediteuren gerealiseerde resultaat van een uitkering van circa 70% aan concurrente schuldeisers en maken de misgelopen baten slechts 1,2% uit van de totaal gerealiseerde baten. Zo probeer ik het grotere plaatje te zien en maak ik het bruggetje naar het toezicht op de curatoren.

Toezicht
De tijdsbesteding en de daarbij behorende honoraria van curatoren in faillissementen is vaker onderwerp van kritiek. Die is niet altijd terecht. De beloning van curatoren is gebaseerd op de Faillissementswet uit 1893. Curatoren handelen faillissementen af zowel zonder beloning voor hun werkzaamheden als met beloning voor hun werkzaamheden, afhankelijk van de in het faillissement gerealiseerde opbrengsten. Ieder jaar wordt het Basisuurtarief voor curatoren vastgesteld door de Rechters – commissaris in faillissementen (Recofa). Voor 2025 is dat € 267,05 (excl. btw). Dat tarief wordt conform die richtlijnen aangepast aan de hand van de ervaringsjaren van de curator.

Blijkens het laatste faillissementsverslag van Imtech hebben curatoren in tien jaar in totaal 67.382 uren aan het faillissement besteed. Tegen een honorarium van € 26 miljoen (incl. btw). Dat is € 2,6 miljoen per jaar. De rechtbank (te onderscheiden van de rechter-commissaris) stelt in beschikkingen het salaris van curatoren vast op basis van hoofdstuk 6 van de ‘Recofa- richtlijnen’.[4]

De rechter-commissaris (RC) houdt toezicht op de curatoren, waaronder de tijdsbesteding. De RC verleent goedkeuring voor het voeren van procedures en het treffen van schikkingen. Tegen die beschikkingen van de RC’s staat voor belanghebbenden beroep open bij de rechtbank. Tegen die beslissing staat weer hoger beroep open bij het Gerechtshof en daartegen weer cassatie bij de Hoge Raad. Bij Imtech zijn twee rechters–commissarissen aangesteld. Bij Imtech is op 17 maart 2016 op verzoek van Rabobank door de Rechtbank Rotterdam bovendien een (voorlopige) crediteurencommissie aangesteld. Leden van die commissie op 17 maart 2016 waren Pica, de Ontvanger van Belastingen en Volker Wessels. Ik weet niet of die leden nu nog steeds in functie zijn. De curator is verplicht de crediteurencommissie te raadplegen als de
curator een procedure wil starten. Ik ga ervan uit dat de curator de crediteurencommissie ook raadpleegt als de curator een schikking wil treffen. Dat zal bij Imtech ook zijn gebeurd. Zowel de RC’s als de crediteurencommissie hielden dus toezicht op de curatoren als het gaat om het voeren van procedures en het treffen van schikkingen en zullen daarbij ook een afweging hebben gemaakt van de te maken kosten in verhouding met de te verwachten baten. Één van de moeilijkste aspecten uit de rechtspraktijk is het goed inschatten van proceskansen. Het is daarom ook goed dat advocaten op basis van hun gedragsregels verplicht zijn een schikking na te streven in plaats van het voeren van een procedure. Curatoren hebben uiteindelijk bij alle claims onder toezicht van de RC’s en de crediteurencommissie schikkingen getroffen, zonder dat het tot het voeren van kostbare civiele procedures is gekomen.

Hier is nog veel meer over te schrijven, maar gegeven het eindresultaat voor de concurrente crediteuren (een uitkering van circa 70%) is dat resultaat bevredigend.

Belangenconflicten bij faillissementen van groepsvennootschappen
Royal Imtech staat aan het hoofd van een groep van dertien vennootschappen die samen een concern vormen. De curatoren van Royal Imtech zijn ook de curatoren in de faillissementen van de Nederlandse groepsvennootschappen die tot het Imtech concern behoren. Dat is in de Nederlandse faillissementspraktijk niet ongebruikelijk. Er zijn geen specifieke wettelijke regels over hoe dergelijke groepsfaillissementen moeten worden afgewikkeld. Wel heeft de Hoge Raad aangenomen dat in beginsel ieder faillissement van een groepsvennootschap als afzonderlijke zelfstandige entiteit moet worden afgewikkeld. Gezamenlijke (geconsolideerde) afhandeling van faillissementen is alleen toegestaan als de verschillende boedels praktisch niet te scheiden zijn. In geval van (dreigende) belangenconflicten bij de afhandeling van die groepsfaillissementen moeten curatoren en RC’s alert zijn opdat de belangen van schuldeisers niet worden geschaad.

De curatoren van Imtech UK Group B.V. (Imtech UK) die ook curatoren van Royal Imtech zijn, verkochten een dochtermaatschappij van Imtech UK aan derden. Daardoor pretendeerden de curatoren van Royal Imtech een vordering op de boedel in het faillissement van Imtech UK van € 14 miljoen die hoger in rang was dan de andere vorderingen in het faillissement van Imtech UK. Na verkregen adviezen van twee deskundigen en goedkeuring van de enige RC in het faillissement van Imtech UK (die ook RC is in het faillissement van Royal Imtech) werd die boedelvordering van € 14 mio van Royal Imtech door Imtech UK aan Royal Imtech voldaan. Dit was tegen het zere been van de bij Imtech betrokken banken en kwam de curatoren op stevige kritiek te staan.[5]

Uiteindelijk is met de banken een schikking getroffen. De vraag blijft of die betaling van € 14 miljoen de toets der kritiek kan doorstaan en of, met wijsheid achteraf, die afwikkeling beter anders had gekund. Met de twee adviezen van externe deskundigen zijn curatoren en RC niet over één nacht ijs gegaan (bij Imtech UK was één RC betrokken en geen crediteurencommissie). Als ik het goed heb is de Belastingdienst de enige overgebleven crediteur van Imtech UK uit hoofde van een vordering omzetbelasting van € 10 miljoen. Die vordering heeft de fiscus door de fiscale eenheid ook op de andere groepsvennootschappen en, zo lees ik de verslagen, is de verwachting dat de fiscus volledig door de andere boedels wordt voldaan. In die zin hebben schuldeisers van Imtech UK geen schade geleden. Gegeven de aanzienlijke financiële belangen zou het achteraf gezien beter zijn geweest om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen en een andere curator en RC in het faillissement van Imtech UK te benoemen. Met waarschijnlijk hetzelfde resultaat maar met een beter plaatje naar buiten toe.

Publicatie oorzakenonderzoek
Een ander veelgehoord punt van kritiek is het ontbreken van een openbaar rapport over het door de curatoren verrichtte onderzoek naar de oorzaken van het faillissement dat kennelijk voor de curatoren aanleiding was verschillende derden aan te spreken. Ik begrijp die kritiek wel, immers aan de ene kant dragen crediteuren bij aan het bekostigen van zo’n onderzoek, aan de andere kant kennen zij de inhoud van dat rapport niet. Vroeger was onder het Protocol
Schimmelpenninck-publicatie van oorzakenonderzoeken in bijvoorbeeld de faillissementen van Fokker, DAF en DSB Bank eerder hoofdregel dan uitzondering. Daar wordt tegenwoordig in de rechtspraak en literatuur anders over gedacht. Publicatie van een onderzoeksrapport is eerder uitzondering dan hoofregel, onder meer uit privacyoverwegingen ten aanzien van de daarbij betrokkenen. Ook in de Insolad Praktijkregels 2019 wordt van de curator terughoudendheid verlangd, omdat een opmerking van een curator dat een bestuurder of andere betrokkene aansprakelijk is stigmatiserend kan werken en verstrekkende persoonlijke gevolgen hebben, zeker als die uitspraak later onjuist blijkt te zijn:https://static.basenet.nl/cms/105928/website/2019 _INSOLAD_Praktijkregels_april_2019.pdf.

Zo zijn door de Imtech-curatoren met verschillende derden schikkingen getroffen zonder enigerlei vorm van erkenning van aansprakelijkheid. Het had het treffen van schikkingen in het belang van alle partijen kunnen bemoeilijken als na publicatie van de rapportage waarop de aanspraken van curatoren zijn gebaseerd derden na lezing van dat rapport eigen conclusies zouden kunnen trekken over de aansprakelijkheid van de betrokkenen in de rapportage, nog los van de schending van de privacy van de betrokkenen.

Kortom
De afwikkeling van het grootste naoorlogse faillissement van Imtech maakt vele tongen los, terecht. Iedereen mag daar het zijne/hare over denken. Ik heb een genuanceerd beeld willen schetsen vanuit een wat meer vakmatig onderbouwde visie gebaseerd op mijn praktijkervaring en kennis van het insolventierecht. Het staat eenieder vrij daar anders over te denken.

[1] Ziehttps://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapport en/2021/09/16/tk-bijlage-onderzoeksrapport-rug- de-positie-van-concurrente-schuldeisers-in- faillissement.
[2] Zie Bartjens in het FD van 22 mei 2025, viahttps://fd.nl/bedrijfsleven/1556757/de-brauws-mo ney-for-nothing.
[3] Zie ook Rhea Bask, “Betalingen aan adviseurs in het zicht van faillissement: hoe zat het ook al weer?”, HERO 2022 / B-027.
[4] Ziehttps://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocume
nts/recofa-richtlijnen-voor-faillissementen-en- surseances-van-betaling-2021.pdf.
[5] Ziehttps://fd.nl/bedrijfsleven/1490136/imtech-transac tie-zorgt-voor-bonje-in-curatorenland.

Dit blog is origineel gepubliceerd en raadpleegbaar op de online-hero website. (Online-magazine van Herstructurering & Recovery Online). HERO 2025 / P-033, Jaap van der Meer, e-ISSN 2667-3568, M.A.D.Lex, https://www.online-hero.nl/art/5330/de-afwikkeling-van-het-imtech-faillissement-is-zo-slecht-nog-niet