De minister kondigde onlangs al aan dat hij maatregelen wenste te treffen om een efficiënte bedrijfsbeëindiging te faciliteren. Een efficiënte wijze is de zogenaamde turboliquidatie van een rechtspersoon. De eenvoud en de wijze waarop impliceert wel dat misbruik mogelijk is en ook helaas voorkomt. Om misbruik van de regeling tegen te gaan heeft de minister een wetsvoorstel ter consultatie voorgelegd. Ik juich het voorstel van harte toe.

Cijfers en feiten
Volgens de brief van de minister van 7 oktober 2019 zijn er in 2018 iets minder dan 37.000 ontbindingsbesluiten geregistreerd, waaronder 33.000 turboliquidaties. In 2017 ging het om iets meer dan 40.000 ontbindingsbesluiten, waarvan ruim 35.000 turboliquidaties. Met andere woorden, de turboliquidatie is een geliefd en effectief middel.

Wijze van turboliquidatie
Artikel 2:19 lid 1 BW geeft de mogelijkheid voor een rechtspersoon om zichzelf te ontbinden door, in het geval van een BV of NV, een besluit van de algemene vergadering. Een turboliquidatie vindt plaats op basis van artikel 2:19 lid 4 BW, dit is een ontbinding zonder vereffening. Op het moment dat geen sprake is van baten in de onderneming, is het mogelijk om de rechtspersoon te ontbinden zonder vereffening, omdat er niks te vereffenen valt. De rechtspersoon houdt dan onmiddellijk op te bestaan. Er wordt dan ook maar één voorwaarde gesteld: het ontbreken van baten ten tijde van ontbinding.

Misbruik
De turboliquidatie is een niet transparante ontbinding van de vennootschap. In tegenstelling tot een ontbinding en de schuldeisersbescherming volgend uit artikel 2:23 e.v. BW, kan een turboliquidatie namelijk plaatsvinden buiten het zicht van een schuldeiser. Dit heeft onvermijdelijk tot gevolg dat er misbruik wordt gemaakt van de regeling. Zo komt het voor dat de vennootschap bewust wordt leeggehaald en op het moment dat de ‘rekening op nul staat’ wordt ontbonden, terwijl er nog diverse schuldeisers en schulden zijn. Deze schuldeisers staan dan met lege handen en hebben veelal geen dan wel nauwelijks informatie of de vennootschap wel op een juiste manier geëindigd is. Zij vragen zich dan af of er misschien wel goederen aan het bedrijf zijn onttrokken, of dat er selectief rekeningen zijn betaald voorafgaand aan de ontbindingen, of zelfs dat er toch nog baten zijn.

Want als er toch nog baten zijn, kan een belanghebbende, veelal een schuldeiser, trachten de vereffening te heropen dan wel het faillissement van de onderneming uit te lokken. Jurisprudentie leert namelijk dat het begrip bate ruim moet worden uitgelegd. De drempel voor het aannemen van baten is dan ook laag. Ook een potentiële aansprakelijkheid op grond van (bijvoorbeeld) onbehoorlijk bestuur of paulianeus handelen kan als bate worden uitgelegd. Probleem is echter wel, een belanghebbende schuldeiser heeft een informatie achterstand en moet daarnaast kosten maken om naar de rechter te gaan.

Huidig voorstel
Om te kunnen beoordelen of een turboliquidatie de toets der kritiek kan doorstaan, hebben schuldeisers informatie nodig. Die ontbreekt nu echter veelal. Zo wordt er geen overzicht van de vermogenstoestand gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel voorafgaand aan de ontbinding en beëindiging. Ter vergroting van het vertrouwen in de ontbinding zonder baten als instrument voor de aandeelhouders of het bestuur om een rechtspersoon te beëindigen, wenst de minister de informatiepositie van de schuldeisers te verbeteren. Op grond van het huidig wetsvoorstel kunnen zij alsdan een beter financieel beeld vormen van de rechtspersoon in kwestie.

Zo stelt de minister voor om een verplichting op te nemen voor het bestuur om in geval van beëindiging van de rechtspersoon via een turboliquidatie een slotbalans op te stellen en te deponeren, die vergezeld gaat van een bestuursverklaring waarom baten ontbreken en van een slotuitdelingslijst. Ook eventueel nog ontbrekende jaarrekeningen over eerdere boekjaren moeten alsnog worden gedeponeerd. Tot slot dient het bestuur eventuele schuldeisers mede te delen dat deze deponeringen zijn gedaan. Deze mededeling is vormvrij.

Met behulp van deze mededeling en beschikbare financiële informatie kan de schuldeiser zelf beoordelen waar de baten zijn gebleven, of er andere schuldeisers zijn, en of het zinvol is om een procedure te voeren om de vereffening te heropenen dan wel het faillissement van de onderneming alsnog door de rechter uit te laten spreken.

Standpunt
Ook bij onze advisering van bedrijven maken wij ook gebruik van het instrument ‘turboliquidatie’. Het middel is efficiënt en doeltreffend. Wel geven wij de cliënt vaak mee om zorg te dragen dat eerst de gehele administratie op orde wordt gemaakt en dat er een check is gedaan wat betreft mogelijke risico’s die ertoe zouden kunnen leiden dat er sprake is van een bate (bijv. een pauliana risico). Deze check doen wij met behulp van onze risicoscan.

Op basis van deze scan maken wij een verslag met onze bevindingen. Samen met de bijgewerkte financiële gegevens kunnen wij in een voorkomend geval een kritische schuldeiser snel en adequaat informeren. Dit heeft er tot op heden in diverse gevallen toe geleid dat betreffende schuldeiser zich heeft neergelegd bij de uitgevoerde turboliquidatie. Het wetsvoorstel is eigenlijk conform onze handelswijze en kan dan ook rekenen op onze sympathie!