Hoe vier je op een digitaal kantoor als het onze successen bij het winnen van een procedure of het treffen van een schikking in een lastige zaak? Ren je dan bij je collega binnen om het te vieren of stuur je een e-mail?

Wij werken op kantoor eigenlijk altijd in teamverband met twee of meerdere personen. Zo’n succes is dan het resultaat van het team en niet van een individu. Dus ja, ik ren dan bij mijn teamgenoot binnen om een analoge high five te geven. Maar als ik toevallig niet op kantoor ben, zoek ik mijn toevlucht tot een digitale versie. Te versturen per app of mail. Uiteraard wordt deze altijd nog eens bevestigd met een analoge high five.

Dat klink allemaal heel romantisch, maar natuurlijk spelen er op kantoor ook zaken die (in eerste instantie) niet succesvol verlopen.

Naast mijn werk als advocaat word ik door de rechtbank regelmatig benoemd als curator in faillissementen. Daar zitten ook lege boedels tussen. Dit betekent dat er geen bezittingen aanwezig zijn om te gelde te maken. Het salaris van de curator wordt uit de opbrengst van de verkoop van die bezittingen voldaan. Als er geen bezittingen zijn, dan wordt de curator ook niet betaald voor zijn werk.

Bij een lege boedel kun je niet tegen de schuldeisers zeggen: “Als je naar de bakker gaat, dan betaal je toch ook voor je brood”. Je hebt een wettelijke taak als curator die je moet uitvoeren. Je verricht dus de nodige werkzaamheden, zoals gesprekken met de directie, correspondentie met schuldeisers en onderzoek naar de redenen van de lege boedel. Als die werkzaamheden zonder succes zijn afgerond, draag je het faillissement voor opheffing aan de rechtbank voor en boek je de bestede tijd af.

Dat klinkt allemaal vrij eenvoudig, maar in de praktijk komt er vaak meer bij kijken. Zo zijn er lege boedelfaillissementen waarin mijn medewerking wordt gevraagd om bijvoorbeeld een door mij gelegd beslag op de bezittingen van een derde op te heffen omdat mijn beslag, zoals dat zo mooi heet, achteraf bezien niet “batig gerangschikt” is. Dat wil zeggen dat bij een executieverkoop van de beslagen zaak de verkoopopbrengst naar hoger gerangschikte schuldeisers gaat, zoals pand– of hypotheekhouders. Mijn beslag heeft dan geen doel getroffen. Shit happens!

Zo’n verzoek tot opheffing van het beslag wordt natuurlijk gedaan door iemand die wel batig gerangschikt is en dus een financieel belang heeft bij het slagen van zo’n executoriale verkoop. Mijn medewerking daarvoor is vereist. Dus mijn verzoek aan die partij tot vergoeding van mijn daaraan te besteden tijd ligt dan voor de hand. Uit “principiële” overwegingen werd mijn verzoek echter afgewezen. Bovendien werd mij een claim tot vergoeding van de schade in het vooruitzicht gesteld als ik niet onvoorwaardelijk zou meewerken aan opheffing van het beslag. Shit happens!

In zo’n geval had het op mijn weg gelegen om een digitale opgeheven middelvinger aan de wederpartij te sturen, maar dan zou de boel natuurlijk escaleren. Ik volstond daarom met een nette zakelijke e-mail waarin ik mijn bereidheid tot medewerking tegen een redelijke vergoeding bevestigde en iedere aansprakelijkheid van de hand wees. De spreekwoordelijke middelvinger. Het was voldoende om alsnog een vergoeding voor mijn werkzaamheden af te dwingen. Eind goed, al goed.

En dus stuurde ik mijn collega een digitale high five!